Mijn oogappel
Starend in de zonnespiegels van de Maas
bengelen tranen aan de kaken van een dwaas
Mijn lief mijn schat, jij rotte appel van mijn oog
borende meelworm die mij bedroog
Knagend aan schillen vlees en een toereikend klokhuis
maalde jij onvermoeibaar zielendeeg fijn tot hatelijk steengruis
Palingen in kadaverkamers verdringen voor herinneringen verrotten
al vretend scheurende repen gedachtenvlees van mijn woeste botten
Toch zal ik jouw ellendig mooie lichaam en glimlach doen verdringen
want daar op de bodem gesmeten liggen onze gouden ringen
Geplaatst in de categorie: ex-liefde