inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 26.874):

Rimbaud te Milaan ( 1875 )

Bij een belezen weduwe, na een barre tocht
over de Alpen, zijn vervloeking weergalmt nog
door de bergen ( Klotenmoeder! KutVerlaine! ),
zonder geld en zonder hoop, rustte hij aan haar
borst, de hunkerende borsten. Er brandde een zon
in de straten, die hem week maakte en toen hij
viel over de zoveelste steen, pakte zij hem beet,
want ze zag voorbij de vervuilde jongeman een
groot dichter, een oermens, een lyrische Romein.

Ze gaf hem een bad, vlees en donkerrode wijn en
na al die nachten zonder een man te hebben gedroomd
van vurige tederheid, trok ze hem op een onbewaakt
moment ruwweg onder de frisse lakens. Zij liet hem
begaan als een wild dier, meestal na het plechtig
reciteren van enkele verzen, of door hem of door
haar. Nimmer kwamen er op aarde twee mensen zo
ongelooflijk zalig klaar! Beiden sliepen als twee
puppy's in hun nestje en het had weinig gescheeld
of de jonge Arthur was nooit verder gekomen dan
deze eenzame vrouw in een droevig, vervallen Milaan.

Helaas, hij wees haar af, want hij wist nog niet hoe
schaars geluk kan zijn. Arme knaap, had jezelf gegeven
inplaats van die verdoemde bundel!
'Aha', dacht zij, 'een nieuwe Dante!'.
'O, nee', dacht hij, 'niet weer!' en zo verruilde hij
een hemel voor een werkelijke hel.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 juli 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 137

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)