Baar
Door haar aanblik overrompeld
Vier mannen zo verschillend,
naast elkaar in rouw gedompeld -
gezichten ongelijk maar in
schaduw wonderlijk gelijk -
volgden hun eigen interessen,
bloedband loste langzaam op
Keuzes, falen, leed, successen,
vrienden, vrouwen gingen
voor afkomst. Tijd slaat terug
Zwijgend, kijkend staan zij bij haar
Mompelen, slikken. Aanraking
van haar koude hand - even maar
Het stille sein, de oudste bukt,
alle vier kiezen zij een hoek
Zwoegen, steunen is hun klaagzang
Zij mag niet hellen - zacht en recht
schuift zij door de smalle gang
Veilig huis voorzichtig uitgedragen
Van ver klinkt krassen van een kraai
Achter het raam in spiegelluchten
- waar zij zwaaiend hoort te staan -
ziet de vader nu zijn zonen zuchten
Ooit gebaard, gezoogd door haar,
hoeden zij hun moeders baar
Zie ook: http://www.gedichten.nl/Knottnerus
Schrijver: George Knottnerus, 22 juli 2009
Geplaatst in de categorie: overlijden