inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 27.851):

Fossiel uit 1952

( voor Hans Faverey )

Ook al lijkt mijn lichaam expressie te zijn,
je kunt niet bij mijn hart naar binnen,
de dromen hebben zich aaneengeregen tot
een weergaloos harnas, in mijn verslapte
spieren woont de koning van de stilte,
de drum wordt aangeslagen door een
vermoorde sjamaan, de zandkorrels op de
paardevel aan de rand van de Seine
schieten dwars door mijn ogen, de kassen,
de hersens en dan door de schedel het
luchtruim in, van een god uit steen gehouwen,
zo kil en grillig, dat ik mijn zwarte longen
tracht uit te roken, een dier ben ik, een
gefusilleerde prooi op een seconde na,

tijd en eeuwigheid zijn maar woorden en
niet van belang, behalve rond middernacht
op een grindpad, kijk, misschien is God
wel een aardappel, wie zal het zeggen?
vermoedelijk de armen van geest.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 september 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 128

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)