Vervloekte
Georg Trakl
had ook geen duurzaam verweer
tegen de onbarmhartige luchtslangen,
de wraakzuchtige gieren door menselijke
ratten uitgezonden, om van zijn verlaten
vlees te vreten. Hij was het bange prooidier,
troosteloos vereenzaamd, in zijn fragiele nek
gebeten en doodbloedend achtergelaten op een
verweerd harnas in de sneeuw. Zijn witte bloed
stroomde ongezien de aarde in, een verschrikte
duif draaide zijn nek als vanzelf te ver door,
viel als een rijpe appel op zijn aangehaalde
hartstilstand.
De zwarte heksen dansten van vreugde rond zijn
prijsgegeven lichaam, demonische krijsstemmen
weergalmden door de zwaar verduisterde nacht
en de opperheks, zijn zuster, kuste zijn
bevroren ballen.
Geplaatst in de categorie: literatuur