Gelijkenis
Ik vernam dat mijn vader achting verkreeg
in hoeverre zijn preken aansloegen, een
burn-outsyndroom ter beloning. Ik doe niet
anders. Ook ik dien het woord. Misschien dat
poëzie verhevener is, maar beweren durf ik
niets, want mijn schrijven is eenzamer en
het is nog maar de vraag of mijn gemeente
luistert. Zo stond ik eens te preken voor
de dieren, staande op een houten bostafel
te Driebergen, terwijl een net zo verloren
kameraad zijn hoofd schudde en lachte,
stierf Franciscus opnieuw in mij. Vroeger
sloot men mensen zoals ik achter stevige
sloten van een gekkenhuis en toch het verschil
is minimaal nu ik beweer Rimbaud te zijn en
hem ook werkelijk ben, meer Rimbaud dan Rimbaud,
zie ik ze kijken met argwaan en angst, in hun
benauwde ogen de wrede sloten van vroeger, maar
niet in staat om mijn witte hart te vangen.
Geplaatst in de categorie: discriminatie