Blauwbaard
Daar zaten ze - de sprookjes
korte jakjes uitgedaan
de Blauwbaard sprak er likkebaardend
onaanraakbaar toverwoorden
van zijn platgeslagen aarde
heksen laaiend op de stapel
en nog van de Zeven Plagen
die de sprookjes wilden horen
Doornroosje was er niet
sliep uit haar spinnewielverdriet
met Eenoog dromend aan haar zij
die er zijn lodder had gesloten
en niet wist hoe er de Blauwbaard
in het donkerste geniep
er van de kansel soms een Hansje
soms een Grietje had genoten
Niemand wou zijn daad geloven
want Klein Duimpje had gelogen
met zijn kruimeltjes vooruit
was hij het zeker in hun ogen
want het goede kwam van boven
als men hem er zou beloven
dat de pot die er voor stond
men met een centje wilde doven
En zo liepen zij steeds heen
onschuldig om die eerste steen
met duizend sprookjes in hun hoofd
die er toch waren om te dromen
want de Blauwbaard zou ze lomen
als het zonlicht tussen bomen
niemand anders dan zijn zuster
die er wist wat er ging komen
Zie ook: http://www.stromangedichten.blogspot.com
Schrijver: jan haak, 17 april 2010
Geplaatst in de categorie: moraal