inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 31.988):

Tocht langs het meer

Is m’n essay geen wetenschappelijk succes
noem ik het een prozagedicht, ik zit dus
als dichter-filosoof altijd goed. Onderweg
pluk ik de rijpe dagen, voordat anderen
er met mijn leven vandoor gaan. Ik vraag

Tamara m’n mooie donkere vriendin, waar
ze was in de ijstijd om me te warmen toen
ik met half bevroren lijf evolueerde in een
zogenaamde blanke, om het schaarse licht
te benutten. Op ‘t terras van ‘n internetcafé

in een dorp waar de samenleving broeit,
men zich wentelt in eigendunk en inteelt,
bedenk ik dat internet de breekijzer is naar
een open wereld. Het is verkiezingstijd,
de partij op de poster zag het licht, heeft

nu de antwoorden op vragen die ze kort
ervoor als regeringspartij niet had. De
democratische muppets, die levensgrote
waarheden als taboes inkuilen en de bood-
schapper aan het kruis nagelen om later
zelf die waarheid te ontdekken. Gisteren

nog een taboe morgen de formule voor
overleving en alle partijen liegen dat ze
dat altijd al wisten. Kwaad wortelt in de
begeerte en hebzucht, wij hebben keus,
de natuur niet die volgt de natuurwet,

zoals de rivier z’n bedding volgt, zonder
besef van goed en kwaad. Ik bezoek ‘t graf
van ‘n voorouder, tijd als afstand nergens
zo duidelijk als staande aan graven van
mensen die we hebben gekend. Ontsnappen

aan het verleden kan niet, wij bestaan uit
herinneringen en begeleidende gevoelens,
reden dat door werkelijkheid achterhaald
mijn lyrische bevlogenheid in de loop der
tijd verdween, begraven in de klei waar
ik zelf eens uit te voorschijn kroop.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 18 april 2010


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.5 met 6 stemmen aantal keer bekeken 204

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)