Like a Deventer Carol
wonderlijk
alsof warmte vanzelfsprekend was
en stemmen veel meer
dan gebaren
of een toevallige ontmoeting tussen stromend water
en de kieren van een zoveelste woord
zij gaf het me
en hij
en nog meer wangen met een thuisreis
bij het raam op de stad en de binnendeur
van beeldspraak
al ben ik dan onvolgroeid
en bouw burchten op het zand van zwijgzaamheid
om de vlucht naar zee
te beperken
ik zag dromen, gekust
en uit het krijt gehaald, pianogolven
wild boven de branding
poëzie gesalonneerd
in het hoofd en tot in de kleinste hoek
aan de horizon
ik zag wat ik bewaren wilde;
als vonken in een vuurtoren aan de IJssel
(n.a.v. de poëzienamiddag van de Stand up Club
in De Salon te Deventer, 12 december 2010)
Geplaatst in de categorie: literatuur
deze mooie laatste strofe in dit schrijven.