Afdalen
Ik daal alsmaar dieper in mijn ziel,
het is een stenen torentrap,
soms vlieg ik door een open venster naar buiten,
beleef ik vrijheid en liefde,
keer weer met bevende vleugels,
aarzelende pootjes, bloedende harteklop,
terug op de trap naar onderen,
een krakende leuning,
waar sinds eeuwen geen handen overheen gleden,
een stilte die moordend werkt, schimmen
die langs mij gierend van gekte omhoog willen,
zwaarmoedig daal ik af, rook een joint,
klok uit een fles Teachers, eet Ierse biefstuk
tegen de kou, val soms als een voetbal naar
beneden, stuiter tegen andere dwazen, lach
tegen even eenzame jongedames met flair,
snij tenslotte de vleugels van mijn lijf,
omdat de vliegpijn onverdraaglijk wordt,
ik glij uit over mijn eigen bloed,
daal alsmaar verder af naar nergens,
het Grote Niets, zoals wij als pubers
al wisten, niets en niemand vangt mij op,
ik dien niemand met het afdalen in mijzelf,
mijn vleugels heb ik ergens achtergelaten,
misschien heeft iemand anders er iets aan
of was dat Prometheus?
Geplaatst in de categorie: individu