Netgedichten

netgedicht (nr. 39.215):

Dat bedoel ik nou

( bij een vrouwelijk beeld, Tureng Tepe, 3000 v. Chr.)

Na ruim vijfduizend jaren spreid
jij alsnog je armen naar mij uit, hoewel je
armen met stompen een klerenhanger nadoen
en een van je tere voeten is afgebroken,
bekoor je mij met je zoete gulheid.

Je gezicht ziet er niet zo fraai meer uit,
die zou in een griezelfilm niet misstaan,
maar je wespetaille is extra aangesnoerd,
terwijl de grote moederborsten daardoor
nog eens uitvergroot worden. De tepels
zelfs heel subtiel aangebracht en je
schaamstreek als een grote replica
van je uitgestrekte armen.

Die dubbele driehoek, aards en hemels,
symboliseert wat jij aan Goddelijkheid
schenkt, je bent qua lichaam en ziel
de Eeuwige Godin
in mij en buiten mij

die ik bemin.

Zit ik me met zoveel woorden uit te sloven,
was er gewoon al iemand duizenden jaren
voor mij die uitbeeldde wat ik bedoel.