Theater*
Hoog op de Teíde loopt hij dolend rond
van morgenstond tot avondrood met water
in zijn mond. Op vier poten in de krater
bedelt hij om voer, deze mastodont.
Van elk stuk stokbrood maakt hij een theater,
maar staat niet meer toe dat men aan hem komt,
schuwheid als ode aan wie hem vastbond:
als apporteur een vroege schoolverlater.
Tot grote hoogte kent hij nu vrijheid,
al droomt hij steeds weer van die warme hand,
een plekje bij de open haard, een hand
die eten geeft zonder gekunsteldheid.
Melancholiek kijkt hij naar de vulkaan.
Ontheemd is hij, maar wil er niet vandaan.
Inzender: Frank van Hassel, 7 maart 2012
Geplaatst in de categorie: dieren