in het duister geklemd
barakken waar doden verblijven
half in muren, op betonnen vloeren, in oneffen uren
half boven grijze wolken, ergens hoog
ruggengraten, gebroken in een gracht met as
en weke lijken, er is geen steen meer, niet eens een boom
die nog kan slapen
met mijn witte handen raak ik een naam aan,
het glasraam waarachter ogenblauw
staart naar wanhopige verbinding
ik verleg mijn hart
naar een langzame sneeuwvlok
op bruin, zwart en roze, ooit door straten gelopen
uit hun stappen komen woorden
ze schreeuwen het rennen, het neerschieten tussen
hoofd en gele ster
afgeschoren haren winden zich
rond assen zonder spiegelbeeld, rond verbrande wimpers;
de borstels hebben geen weet van de doden
ik fluister hen een paar woordjes toe
een streepje zonlicht raapt
een bloem op
en mijn tranen
Auschwitz-Birkenau, 20 februari 2012
(8)
Geplaatst in de categorie: oorlog