Vuige versjes*
Teruggeworpen in de kindertijd
komt alle onvolwassenheid retour,
het speelgoed op de eikenhouten vloer,
het broertje dat ik met een kar aan rijd.
Met veel toneelspel draait hij mij een loer
en hoor nog steeds zijn pedante verwijt.
Voor eeuwig sta ik bij hem in het krijt,
blijf ik immer voor hem een lompe boer.
Is nu de open wond al lang hersteld,
iets waarover ik me soms flink verbaas,
en weten we wat voor ons als broers telt,
wordt bij het “Makkers, staakt uw wild geraas!”
onze band toch weer op de proef gesteld
in vuige versjes bij Sint-Nicolaas…
Geplaatst in de categorie: tijd