de deur kantelt
strijken met de moed die de wind
vervaagt in strepen zonder eind, het
gelach is de hoon die me raakt
maar niet in eeuwigheid bezwijkt
de deur kantelt in een kier van regen
het kraakt zoals het mos laaft
aan water zonder smaak, wie me verblijdt
zal de schaduw wezen die me verrijkt
niets is meer dan het eind waar het stopt
al draaft de einder gaandeweg steeds
verder bij me vandaan, het zicht
herleeft in sterven als het leven is gedaan
Geplaatst in de categorie: filosofie
Dat is dat niemand aan de dood ontsnapt.
Mooi gedicht Elze.