inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 53.036):

Een lieve dans

Ik wil verder met je dansen mijn aardige monnik tot in het bos.
Daar waar dennen en sparren staan.
Waar bomen de macht hebben.

Daar waar de maan van geel en lichtoranje papier is,ja van vouwpapier is boven de hoge bomen zo eng hoog.
Bomen zo eng hoog,zo onaantastbaar hoog als eeuwige kaarsen met lichtjes aan.
Ach hemelkoepel wanneer gaat het regenen?
Wij dansen op tenen voorzichtig in het donkere bos.
Daar waar de naalden en de sparrenappels vallen en we de ransuil en de oehoe horen.
Daar waar elke snavel van de zangvogel zwijgt.
Waar de dagmuziek ten einde is.
Het lied van de nachtvogel ons verlamd.
Waar we samen zijn.
Daar waar het stil is en de bomen naar God in de hemel staren.
Al zuchtend en verlangend.

Ik neem mijn naam mee en mijn voeten om mee te dansen op lieflijk mos
Of zullen we dansen tussen de vetplanten_?
Ik heb voor jou mijn lieve monnik een vetplantje gekocht voor op je cel ,voor op je vensterbank.
Ach geef hem maar regelmatig water en stop zijn worteltjes toe met aarde en mineralen.

Omarm mij monnik en zet een krans van madelieven op mijn hoofd.
Ik ben een man die de weg kwijt is.
Mijn gezicht is van raadselachtig fluoriserend paarlemoer.
Ik ben tegen iedereen kuis .
Behalve met mij zelf.
Ik ben een arme krab.
Ik kan amper dansen op mijn rozerode voeten vol zwellingen en vochtophopingen.
Ik wil zo graag dat jij mij meeneemt tot in de sterren.
De vlinderdans,oh leer me toch de dans van vlinders!
Ik heb iedereen lief,maar ik moet er veel moeite voor doen.
Daarom monnik leer mij dansen.
Totdat mijn paar arme voeten breken van verdriet.

Dansen zonder radio aan,zonder stekkers aan, zonder stopcontacten aan is het mooiste van alles in het geheime en oneindige bos waar we eens moeten sterven en afzien.
Ik ben gelukkig in jouw handen die ik vasthoud lieve monnik van de keuken en de pannen en de lepels en de grote gekke soeplepel.
Jij danst alsof je een heilig meisje bent met vlechten.
Ik dans nog als een meid in schoenen van lood en oud ijzer.
Maar monnik lief doe mij geen schoenen aan want dan kan ik niet meer leven in dit nachtelijk uur vol luister en vragen naar mijn onsterfelijkheid.
Mijn benen worden dan zwaar en dan val ik getroffen door een bijl neer ter aarde.

Eens zal ik liggen op mijn bed.
Een witte sluier om mijn hoofdharen.
En dan ga ik naar de hemel.
Ik heb gevoelige meisjesvoeten vol zwellingen en met vochtophopingen.
Jij zit vast aan kettingen aan een mooie gebedsmolen.
Je bidt door eenvoudig te ademen,ik bid met verzuchtingen,angst en zoete liefdeblijken.
Jij bent al in het paradijs.
Ik ben nog in de grot.

Schrijver: cornil, 22 september 2014


Geplaatst in de categorie: vrijheid

1.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 170

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)