Ga tot voorbij
Zoek niet, laat los: de tranen
die stromen willen, de onmacht
die om erkenning vraagt, het weten
dat als hoogste zelfinzicht weet
dat het niets weet. Klein worden,
verdwijnend klein. Leeg, zodat
alleen nog kale naaktheid rest.
Ga tot voorbij het woord, voorbij
het denken. Want daar, in leegte,
in niets, raakt volheid je aan.
Reik tot achter de schijn die
verblindt, betovert, verleidt.
Doorzie haar illusie, dat zij
de werkelijkheid is die telt.
Zoek niet, laat los. Ga tot voorbij.
Want daar, in leegte, in niets,
verglijdt de tijd tot eeuwigheid,
raakt het mysterie je aan, word
jij zelf tot geheim en neemt de eeuwige
je op in Zijn wezen, het niets
dat alles is, leegte die volheid is.
Zoek niet, laat los. Ga tot voorbij.
... De schrijver van dit gedicht, Hans Stolp (1942), is pastor en auteur. Hij studeerde theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Behalve theologie bestudeerde hij later de psychologie van G.C. Jung en maakte hij een studie van het esoterische christendom. ...
Zie ook: http://www.hansstolp.nl/i...hp/nl/publicaties/54-gedichten
Schrijver: Hans Stolp
Inzender: Gabriëla Mommers, 4 november 2014
Geplaatst in de categorie: filosofie