Frans Hals
De wijn gedronken glas na glas, de nette heren
met dames aan hun zij, naar huis. Wat restte:
de meiden, jongens zonder geld, de beste
schilder van de stad. Hij roept: ik zal trakteren,
Ja, ik betaal de waard een schilderij.
En gij vergoedt mij zeven kruiken Rijnse wijn
door vrolijk, dronken, speels en jong te zijn.
Een luit, een fluit, een lied, een griet, die mij
vermaken. Dorstig kijkt de schilder rond,
de ogen drinken beelden, zien zelfs nog
de liedjes klinken van de luit. Die mond,
die lach bespeelde net de fluit en och,
regenten, dames van het hof, ik vond
In u beschaving, leven in dit joch.
Inzender: mark kuiper, 1 februari 2015
Geplaatst in de categorie: schilderkunst