Op zolder
Ik kom bijna nooit meer op mijn zolder.
Het idee om die trap naar beneden te trekken
beangstigt me mateloos, net zo'n moordwapen,
dat genadeloos op je af suist.
Bovendien weet ik ongeveer wat ik daar kan
aantreffen: duizenden vergeelde boeken,
aangevreten door boekenwurmen en zilvervisjes,
stapels oude krantenbijlagen over literatuur,
achteloos naar boven gegooide flessen whisky
en honderden muizen in muizevallen.
Dat het daar vreselijk stinkt kan ik al
vanuit mijn woonkamer ruiken en omdat ik
er wel eens wat overgebleven gehaktballen
heb gedumpt, krioelt het er waarschijnlijk
ook van de vrolijke maden, vooral omdat het
bij de minste zon al een broeikas is.
Onder de oude, wollen dekens, waarop ik
lang, zeer lang geleden nog gevreeën heb,
liggen her en der de foto's van vroeger,
als ook die al niet vergaan zijn. Nee,
op zolder zal ik nooit meer komen, omdat
ik er echt niets meer te zoeken heb.
Mijn huisdokter vreest voor vervroegde dementie.
Geplaatst in de categorie: psychologie
Als je echt denkt dat er maden zitten, zou je de GGD kunnen vragen de boel te komen opruimen. Die hebben daar verstand van.