nachtelijk geklaag
de zwaluw die de nacht
ontziet vreest het uur dat
in gebaren zijn taal verkiest
boven de zwerm met wie hij was gekomen
een zweem van gevoelens krioelen
als duizend manke jaren onder het dons
dat hem scheidt van de toekomst die
in beleving zwijgt voor oren zonder een thuis
een warme regenwind vliedt langs het open raam
en hapt rake stukken leven van het verlies
dat nog niet is geteld, het bindt de hoop
aan het geknaag dat in het duister de weg verspert
lange verbintenissen die in akten staan verzegeld
doemen als verstekelingen op aan het eind van
de staartveer die als roer de weg verkent langs
de woorden die hij heeft ontvlogen
morgen, ja morgen als het licht zijn klagen draagt
mogen woorden zijn gestalte in het spreekgestoelte
medailleren tot een dienaar die zijn eigen nest
vergiftigt met het vuil van zijn dooier
Geplaatst in de categorie: actualiteit