het einde nadert
en weer staat de regen aan de drup, te liggen
op het strakke nat dat reeds het lichaam
heeft verlaten, het goud in de morgen ligt
nu als oud koper dof in de vitrine van je ogen
de klok, een langzaam begrip ijlt als een verstekeling
aan de muur, geborgen in de handen van de kwaal
mocht morgen in jouw adem komen dan nestel
ik de nacht in de kaars die ik zal ontsteken
woorden zijn naakt, ongeklede boetedoeners, ze
zeggen niets, verstillen als het zacht gekerm
als rijp aan je lippen ligt, wat vroeger was is nu
het leed dat spoedig wordt verzacht
Geplaatst in de categorie: ziekte