Dood
Gezamenlijk stonden zij te staren
Naar een kist gevuld met dood
Geen idee wat men moest voelen
De sfeer was raar en de verwarring groot
"Wij zullen hem missen", sprak een man
Pogend tot een soort verhaal
"Zijn leven was, eh, dood denk ik
en zijn liefdesleven schraal"
En toen een vrouw haar neus leegde
In een doek van wit katoen
Sprak zij verontschuldigend:
"Ik ben gewend dit hier te doen"
Mensen staarden, gisten, maalden,
Maar de ontwenning was te groot
Want wat was het leven waard
Zonder het bijzijn van de dood?
“De dood is dood”, sprak dezelfde man
En met die woorden sloot de kist
En daarmee een bron van angsten
Die gek genoeg werden gemist
“Wees jezelf, zegt men altijd
En voor mij pakt dat goed uit
Maar voor de dood is zo’n advies
Een ironisch stom geluid”
Sprak de vrouw met geleegde neus
En de menigte knikte vaag
Mensen zwegen, voelden dingen
Want zo’n dag was het vandaag
Zij namen afscheid van de dood
Van alle angsten in het leven
En gingen toen weer verder
Met waar hun leven was gebleven
Doodloos.
Geplaatst in de categorie: filosofie