herfst
traag glijdt de dood over
de dorre daken die met pannen
zijn geëerd, de glans is verstreken
wat rest zijn de nagels van dit seizoen
gisteren sprak de wind nog zacht, breekbaar
teder, tot de nacht brutaal zijn kussens
ging verleggen, nu snurkt de wind met vlagen
storm tegen de reinheid van deze dag
grijze nissen die zich verschuilen tegen zichzelf
blijken te geloven dat de dood voorhanden is
wanneer ik het tuinieren staak en mijn gekooide ren
levenloos verlaat - ik huiver niet maar wens
dat zachte handen me zullen dragen -
achter het venster Oktobert de regen zich
in een harnas van mat geslagen glas, het licht onteerd
van de maagdelijke glans huivert als de zeis zich
ontfermt over alles wat in vergankelijkheid verkeert
Geplaatst in de categorie: tijd