Oriana en de Dalai Lama
Zijn amandelogen goudomrand geslepen
Hadden tussen de rozen reeds begrepen
Dat ik een vrouw ben zonder pausen of goden
Over het verleden sprak hij en de doden
En hoe hij vergeefs zijn lusten dacht te doven
Door metergrote kolen te verbouwen in de moestuin
Of dat hij graag monteur had willen worden
En over de Baby Austins en de Dodge
Die hij als snaak in het paleis opsnorde
En aan de praat had kunnen sleutelen
Maar waarmee je in Lhasa op het binnenplein
Alleen maar in lussen rond kon reutelen
Want dat men daar met van die stijle paden zat
En over Mao Zedong zei hij dat
Die hem in Peking bijna een jaar lang
Als gast gevangen gehouden had
Terwijl hij peuk na peuk verstouwde
En pertinent over zijn rode boekje bouwde
En gezien hij altijd vuile schoenen droeg
Hem nogal aandoenlijk vond en droef
Maar nooit iets doms had hij gezegd
En zonder rancune over het hem aangedane onrecht
Verhaalde hij van zijn vlucht als soldaat vermomd
En het brandschatten van zijn Tibet en terstond
Omwille der warmte excuseerde hij zich vlug
En kwam in plaats van zijn oranje tuniek
Nu minder sjiek met een Popeye-shirt terug
Zodat ik ruchtbaar schaterlachend vroeg
Waar hij die kluchtige kledij had opgedaan
En slaakte de Dalai Lama onomwonden
"Op de markt in New Dehli ooit gevonden
Om u een proestbui aan te doen!"
Zie ook: http://henkjonkerafrica.yolasite.com
Schrijver: Henk Jonker, 21 november 2017
Geplaatst in de categorie: individu