dageraad
De dag breekt aan de nacht kraakt
en de maan valt door het zwarte laken
ze zakt verslagen met een touw onder de aarde
wachtend op een duwtje naar ‘t zenit
als het kussen van duisternis weer opgeklopt wordt
De zon draait zich uit haar vergeetput op haar zij en
werpt haar fotonen in lange linten rond de wereld
trekt ze weer binnen en rolt de aarde voor haar gelaat
pronkerig met buit haar gezicht met gouden platen beslagen
zwaar beladen schudt ze de dauw uit de bomen
de druppels vallen plenzend op de opgetrokken dijen
van de bloemen hun rokken vallen druipend open
een deining van kleuren valt in de lucht en spreidt zich
trillend lossen de strikken om de einder de grassen
ontvouwen zich tot vers gesteven weiden
En de horizon schuift uit elkaar
van het blazen de warme adem
wenkt de gordijnen opzij
mensen vegen vensters
door de bedampte ramen
ontwaren parels van water
op haar gulden buste
monden breken open en stoten
de ontheemde adem uit de nacht
de dag in gapend met de hand voor de mond
barricaderen ze de uittocht
van de dieren van de nacht
verbannen ze naar de kraters van de maan
in de holte van slaap
Geplaatst in de categorie: algemeen