De kroeg
Ik zie ze al weer zitten
de koppen naar omlaag
vervreemd van lief en aanverwanten
met roos rondom hun kraag
Ze drinken snel hun bieren
alsof de tijd hen dat gebiedt
en lachen met hun tandeloze monden
en niemand die het ziet
En als ze dan de kroeg uitlopen
de koude nacht weer tegemoet
zou ik ze graag mijn jas meegeven
maar niemand die het doet.
Geplaatst in de categorie: drank
Mooi gedicht.