Tegenwind
Ach als ik opeens kabouter was
Dan wist ik wat ik deed
Ik schudde alle lasten van mijn schouders af
En maakte nergens van een punt
Behalve van mijn muts
Waarna ik in de badkuip gleed
Vanaf een grote hoge trap
Dat lijkt me echt een stunt
Ik luierde de hele dag
En lunchte wel 3 keer
Waarna ik dan een tukje deed
Verscholen in een grote struik
Zodat er niemand was die me nog zag
Dan droomde ik van verre reizen
Van prachtig weer
En goud voor hele lage prijzen
En over heksen die van stokken vielen
En tegen bomen vlogen
En lange neuzen kregen als ze logen
Maar ik ben gewoon een mensenkind
Heb vijand en heb vrind
Heb soms het weer wat mee
En soms heb ik wat tegenwind
Kabouters zeggen ze
Bestaan niet in het echt
En zo te dromen heeft geen zin
Maar ik geloof er heilig in
Geplaatst in de categorie: verdriet