Noorderlicht
in koeterwaals spreekt ze roerend
zonder poespas of dure woorden
lieert ze klanken uit het noorden
mij naar it marrenlân vervoerend
vlak aan het water droom ik haar
bij ’t paviljoen, naast pottenstrand
waar de zon het startersland verbrandt
en ik zwijgend naar haar schaduw staar
dichten dansen mij lokkend naderbij
talen mij in tomeloos geduld
de contouren van haar memmespraak
vragen smelten van de pure smaak
als ze brabbelend mijn denken vult
met de Friese bekoring van myn famke Mei
Geplaatst in de categorie: idool