inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 1.998):

De onderkoelde bode

1
Op gammele wielen dokkert de slee
door een schraal verlichte steeg.
Ze draagt een ster van chroom,
Duiven vluchten loom, verlaten de dorre geul
waar snelle snavels de kruimels ruimen.

Wie verschuilt zich achter getint glas?
Een baron die de handen wringt,
het schuifelend volk veracht
en zegt
‘Ik wik de waarde
van olie en kennis en macht’
terwijl het zalig slijk zich ophoopt,
een stroom van nullen en strepen
naar het vrije paradijs.

2
De regen klatert en
glijdt naar het onderaardse web,
vult de schachten,
tot de maag haar sappen oprispt,
een zure gulp die de rivier voedt.
Boven de wazige kring hangen stippen.
Het lijkt alsof ze zwellen en krimpen.
Een Schorpioen? Een Zwaan? een Beer?

Het vroege licht dringt zich op.
het zwarte wijkt, de lantaarn sterft.
Op het plaveisel slaapt de reu
De bode wekt hem in een wensdroom,
en spiegelt een oogwal of een vouw.
Hij vervloekt de weke kranten
en knipoogt naar de demon die hem hindert.
De stugge knoppen tergen hem,
de maanbrieven met hoge getallen,
een dreigend en beleefd schelden
op een dik vel, verfraaid met een merkteken.

3
In het portiek heft zij de schouders,
een vrouw met een sierlijk silhouet.
Men waant haar fataal
omdat de minnaars uit bed rollen,
uitgemergeld en vaal en moe.

Hij fluistert:
Een glimlach bederft deze dag niet.
Een zwierige tred kan recht zijn
tot men de wrakstukken ziet
van het roekeloos gezwijn.

De bode wekt de dronken slapers met een saaie klacht
Bezie mijn verkleumde tenen
laat het volk maar deinen op een web,
dan kan ik sluimeren onder dons,
tot de pegels smelten.

Schrijver: Wimper, 10 maart 2003


Geplaatst in de categorie: werk

2.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 6.834

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)