Een oud liedeken
Tsagh eens een cnape stervensgeern
een valsche, vreede, boose deern.
Sei totten cnape: "hael mi terstont
din moeders herte voor minen hont."
Hi ging en sloech sin moeder doot
en vluchtte mettet herte root.
Mer twijl hi loopt, stuict oppen steen
en valt, -dat arme hert meteen.
Al botsen op de harde baen,
vingh plots dat hert te spreken aen;
Al weenen vinghet te spreken aen:
"Och, jonghe, hebs di seer gedaen?"
Inzender: Parker, 3 april 2003
Geplaatst in de categorie: liefde