0-1
Soms kan hij zweven als een adelaar
en grijpt zijn prooi met dodelijke klauwen.
Z’n kreten geven blijk van zelfvertrouwen.
Hij rekent af met dreigend doodsgevaar.
Hij dirigeert met simpel handgebaar,
of stampt en vloekt en stroopt de ferme mouwen.
Op hem en niemand anders kan men bouwen.
Hij is een rots, een held, een tovenaar.
Behalve dan vandaag, die trage schuiver,
die zelfs een dilettant had kunnen stoppen.
Hij dook er overheen, hij liet zich foppen.
Ik hoor nog steeds z’n jammerklacht. Ik huiver.
Geplaatst in de categorie: sport