ze verklauwen vederlicht hun prooi
kale nekken strekken zich
voorbij wat wenselijk is
ze azen op de kruimels
in een blikken zonder
blozen dat niet menselijk is
ze vreten de restanten
uit het marginaal
krijsen schuttingwoorden
maken hels kabaal in
hun uitgekauwde taal
ze verklauwen
vederlicht hun prooi
behalve hun excreten
vinden ze niets mooi
zij zijn de enige poëten
Geplaatst in de categorie: literatuur
Zoals een waar dichter betaamt, gaat hij dwars tegen de stroom in, wetende dat het weerstand zal oproepen, doch onvervaard en onbevreesd uit hij zijn mening, ongeacht de eventuele consequenties.
Eenieder die een slechte beoordeling geeft voor dit gedicht is óf iemand die het niet begrijpt óf iemand die zich aangesproken voelt. In het laatste geval heeft de dichter zijn doelstelling bereikt, hoe meer slechte beoordelingen, hoe groter het succes van dit gedicht.