nacht
en als dan plotseling
de nacht
valt
als een tapijt van sneeuw
en toedekt
wat gebleven is
en de duur vervaagt
tot stilte
dan voelt de koude
tot op het bot
lacht geen vogel
geen bloem, geen
wuivend gras
een kraai krast
geritsel, stilte
de koude wind
neemt de plaats in
- reeds lang voor
hem bestemd -
nu grijpt hij zijn kans
geen sterren
geen maan
geen stille tekens hoop
slechts een blauwe schijn
trilt de stilte vast
verharding, ijs
verstening van de ziel
lichaam, hand, oog
verliezen al hun kracht
het is niet de dood
die hier ons wacht -
het is de leegte
en het niets,
een verder dan de
dood -
want die is slechts
een deur, die
zwaaiend openzwiept
en met een zacht
geruis weer
terug in het slot
van het leven.
Geplaatst in de categorie: verdriet