Doorgebrand
In ons huis werd over ontrouw
terloops soms iets gesist.
De ruiten bleven onbedekt
zodat iedereen zou zien
hoe prettig bij elkaar we hoorden.
De gordijnen waren
tot diep in de plooien doorgebrand
en er vielen gaten in
toen mijn moeder ze
tenslotte
sloot.
Een buurman moest begraven worden.
Slechte stof, schold zij,
mijn moeder en zocht
wat lakens bij elkaar,
mijn vader zou de spijkers slaan.
Maar voor die schermen vielen
(zonde van die goeie lakens nog)
werden haakjes ontroest,
en de binnenluiken uitgevouwen.
De rouwstoet trok voorbij.
Nooit werd er in ons huis
ooit over trouw gesproken,
slechts over ontrouw werd gesist
met de gordijnen open.
Geplaatst in de categorie: ouders