KIND (De zee ruist)
Ik ga nergens heen vandaag,
ik hou de gordijnen gesloten.
Laat me rusten, laat me alleen,
laat me even zijn wie ik ben.
En de zee ruist, net als de wind,
ik ben weer eventjes het kind,
het kind in me dat ik had verloren.
Laat me even, verboden te storen.
Ik ga nergens heen vandaag,
ik hou de gordijnen gesloten.
Ik ga vandaag nergens heen,
alleen in de droomwereld die ik ken.
En de wind ruist, net als de zee,
ik neem het kind in me mee,
het kind in me dat ik had verloren.
Laat ons even, verboden te storen.
Ik ga nergens heen vandaag,
ik hou de gordijnen gesloten.
Of het nu dag is of gewoon nacht,
ik sluit mijn ogen voor het licht.
En de zee ruist, net als de wind,
ik ben weer heel even het kind,
het kind in me dat ik had verloren.
Laat me even, verboden te storen.
Ik ga nergens heen vandaag,
ik hou de gordijnen gesloten.
Alleen Vadertje Tijd lacht ...
en de tijd schrijft een gedicht.
Over een kind dat thuis is gekomen,
in een hart zijn intrek heeft genomen.
Laat de zee maar, en laat de wind.
Ik ben weer heel eventjes dat kind.
Geplaatst in de categorie: algemeen