Kruimeldief
In het geheime stadspark
Bloeit een klimtak
Met zuignappen nippend aan het sap
Uit schors of stronk of brokkelmuur
Voer voor zwam en schimmel
Het wekt de verwondering van de ontdekker
Met een droge spons onder het schedeldak
Slorpend van een bron van weten.
Het verval en het vervolg:
Het staat nog ver van ons verzet
We verbieden de laatste geeuw
De dood is de kruimeldief in de hoek
Hij toont ons een grijnzende spiegel
Wij krimpen als wol in de kookwas.
Want oud en koud
Rollen moeilijk over de lippen.
De rede wil het zilveren gordijn dicht
Een mist drijft om het huis van glas
En we halen ruimer adem.
Want zo doorzichtig is ook geen zicht…
Liever dit
Dan een schandvlek in de blote zon.
Etter sijpelt uit de wonde
De walg stijgt naar mijn strot
Moe van het volharden in de schijn
Schamel en bleek en blauw
Staart de Dief
Zijn pretogen glimmen uit verweerde voegen.
Geplaatst in de categorie: tijd