inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 3.176):

Overspel

Na het boerenbedrog
Een toverspel zonder grenzen
Een zuinige zege op zak
Doven de sintels in zijn lies
Dompelt hij het jeukende vel in de zon
De gulle hand zaait haar stofgoud in zijn nek

Maar na het vermaak
Laat het gewelf haar volle damp los.
Bevalt van steile striemen

Oorstrelend bezweert een stem
de grillen van de herfstwind

Molenwiekend
Grofgebekt
Grimmig
Rol je door het slijk
Een rafelbroek klit aan kuit en dij.
Haar vel deint van een lage lach

Toch blijft zij liever droog op haar vlot
Met zilte vingers
Knoopt ze haar bloes aan de mast
Tokkelt een toonvast lied
Tot de minnaar spartelt op haar dek

De zomer draalt op haar laatste benen
Een waakvlam prikt de zool
De hitte vlucht uit mijn wintertenen
Naar een zuiderse schoot
Ze gaat een ander ontdooien
Met die tong die adem rooft
Kriebelend in de fijnste takken van mijn long.

Schrijver: Wimper, 18 september 2003


Geplaatst in de categorie: liefde

2.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 944

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)