Schoppenheer
Een engel wenkte, God had mij geroepen,
er stond een lege zetel naast Zijn troon.
'Ik vroeg u', sprak de Heer op kalme toon,
'omdat ook goden somtijds willen snoepen.'
'Men zegt, u schrijft godzalige gedichten.
Welnu, leest u eens voor uit eigen werk.
U krijgt als dank een goddeloze kerk
en zeven maagden die uw leed verlichten.'
Doch na mijn voordracht werd de zo bedaarde
en zachte Heer een tirannieke Vlerk.
Zijn donderpreken galmden door het zwerk.
Een ferme schop bracht mij terug op aarde.
Geplaatst in de categorie: lightverse