Vormloos denken
de sneeuwbes
trost nog parelwit
naast de linde
die mijn pad verkleurt
zo dwingend geurt
in stervend geel
naar bladgroen-dagen
mijn adem
wolkt nu dampend wit
in bittere kou
die 't denken kleurt
en zo gelaten speurt
naar grijs en grauw
uit vergeten dagen
de sneeuwbes
bruist zo parelwit
naast de slapers
die in 't fletse licht
van te korte dagen
niet meer ontwaken
in het park
slechts beelden
die eindeloos gapen
zo stijf en hard
hun hart en leden
alsof zij krampachtig
trachten het leven
te bewaren
Geplaatst in de categorie: spijt