de slagersknecht
knechtje van de slager,
scheel, en als een bezemsteel
zo mager,
op zijn fiets,
fluit een aardig wijsje
lacht eens naar een zesjarig meisje
en ziet dan verder niets,
zelfs niet die grote grijze tram
die rammelend aan komt snorren.
het is in een tel gebeurd
een BEL
en SMAK
een KRAK
een GIl
er knarst een rem en dan weer stil...
wat mensen uitgestapt
ze morren
ventje meters meegesleurd
een mensenkring die groeit en zeurt...
en niemand ziet de hand
die van de slagersmand de deksel beurt...
Geplaatst in de categorie: moraal