De Ode
De ruisende golven,
brengen met zich mee,
de met bloesemen bedolven,
wiegend op de speelse stroom, gedwee.
Een bed vol met vlammende rozen,
obscuur een schim bedekkend,
zijn randen likkend, liefkozen,
steeds meer nageslacht verwekkend.
Een mysterieuze gloed strijkt dan toch neer,
op het parelmoeren, maanreflecterende wateroppervlak,
nu dansend, springend, in een felrode jurk, keer na keer,
op het gitzwart kleed, waar het enkele uren geleden ontstak.
Het zwarte vloerkleed wordt langzaam door het blauw verdreven,
en als de laatste vol met passie dansende vlammen ten onder gaan,
laat het maanlicht een mystiek schouwspel herleven,
De gestorven koning, het zwaard nog vastklemmend, de diepte in,
zijn kinderen aan de kust ontdaan.
Geplaatst in de categorie: overlijden