De laatste dagen
Hij murmelt, stamelt, kreunt en fluistert tegelijkertijd,
graaft, graait en grabbelt naar de juiste woorden,
die verpulveren tussen zijn magere ongeringde vingers
en als afgevallen bladeren doelloos alle kanten opwaaien
Het meer van woorden waaruit mijn vader put
is aan het verdrogen en het water is troebel en donker.
De laatste vissen happen koortsig naar adem,
kikkers begraven zich in de modderige slijk.
Als een jojo beweegt mijn oor zich naar zijn mond.
De stem van mijn vader klinkt gebroken en dor.
Hij strooit verwarde broodkruimels over mij heen.
Uitgehongerd vang ik alles op om er nog brood van te maken.
Zijn oogleden zijn te zwaar en moe sluit hij zijn ogen.
Hij glijdt steeds verder weg naar een andere mistige wereld.
Met mistlampen aan probeer ik hem nog te volgen.
Maar de steegjes en straten zijn doodlopend, ik maak geen kans.
Inzender: Jeroen Koppenaal, 30 november 2003
Geplaatst in de categorie: ziekte