Netgedichten

netgedicht (nr. 3.847):

Mis

De leerling krijgt een fikse straf.
Hij vindt de school een hel.
Z'n huiswerk maakt-ie geenszins af,
z'n leraar echter wel.

Een kardinaal vertelt nu, wat
de wortel is van 't kwaad:
'De leerling pleegt geweld, doordat
hij niet ter kerke gaat.'

De man vervloekt de mens, die heden
zo ongelovig is:
'Hij mist de mis en zijn gebeden
en daardoor doet-ie mis.'

Een atheïste, niet gevleid,
spreekt deze kerkheer tegen.
Ze zegt, dat priesters wereldwijd
met knaapjes ontucht plegen.

De vrouw vervolgt: 'Religie leidt
de mensen naar een kloof;
ze voeren eeuwenlang al strijd
op grond van hun geloof.

Hoewel u, als de paus zo rooms,
zegt: "Heb elkander lief,"
werkt dít - want u verbiedt condooms -
bevolkingsexplosief.'

Z'n weerwoord luidt: 'U hebt het mis;
al vrijt de mens onveilig,
bij overpopulatie is
een oorlog immer heilig.

Het laken van de krijg is dom;
die moet je mensen gunnen.
Een oorlog is doeltreffend om
de mensheid uit te dunnen.'

De leerling krijgt een fijn gevoel;
de uitspraak maakt hem blij.
Hij zegt: 'Aan zo een heilig doel
droeg ik m'n steentje bij.'