Haat
De regen valt als koude tranen op de ruit.
Achter het stuur zit zij, wat in elkaar gedoken.
De wolken huilen al. Haar tranen zijn hun buit.
Een hete haat is juist in haar ontloken.
Zij is paraat, het besluit is nu genomen.
De hete haat verkoelt en wordt als schrapend ijs.
Glashelder is haar geest. Haar eer is haar ontnomen.
Ze heeft zich sterk vergist, het was geen paradijs.
Ontnomen is haar eer. Hij heeft er mee gestreken.
Haar trots gekrenkt als door een vlammend zwaard.
Haar kracht komt weer. Het mes zal zij ver steken.
Straks ligt hij keurig opgebaard.
Geplaatst in de categorie: emoties