Huivering
Ik tril mijn wezen in je bloot
en pleng alle offers in je schoot.
O liefste, vergeef me het verdriet
dat me zo achterjaagt en driest
bij de kladden grijpt en plaagt.
Ik koester het gebed dat je vraagt.
Je ogen vinden zelfs in mij een zon;
je buigt mijn wolken in regenbogen.
Van alle spanning vind je mijn bron
en je uitweg maakt me opgetogen.
Je gezicht glimt een blijde glans.
De sluizen van je lippen spuien
het schuim van het brakke zout
waarin mijn angst promt teloorgaat.
In een rivier van dromen
doop ik mijn open ogen.
Mijn hart smelt het ijs
van zwartgevroren bloed.
Over ons huivert een gloed,
wij hebben elkaar gewonnen.
Geplaatst in de categorie: liefde
Vreemde strofes, sommige regels heel gevoelig.