Babel
Ik stapel gedichten op elkaar
tot zware poëziepilaren
als stompe torens staan ze daar
onmondig voor zich uit te staren
Ze spreken stil in toegedekte klanken
preken, verwijten of bedanken
verduisteren, versluieren of verlichten
vergane luister en oranje vergezichten
In regels liefde en relaties
staan tedere letters, zwoele spaties
verwarrende taal, het cement al zachter
dan blijft onbewoond de toren achter
Geplaatst in de categorie: moraal