ik distel je met handen
ik heb altijd de kant gezocht om
de mooiste bloemen te ontlopen
groeide met hun bloeien op
al heb ik ze nooit willen kopen
ik zocht prikkers
vreemde vogels aan de rand
hun onkruid tierde welig, ze
staken me hun stekels in de hand
ik heb de steen geraapt
die jouw eeuwen lag te baren
generaties zijn voorbij gegaan
omdat ze je niet konden klaren
ik koester je in blauw
een oceaan van niet vergeten
je rondingen heb ik geweten
in een tijd die iedereen ontgaat
ik distel je met handen
weerhaak je in gevoelde pijn
mijn zoeken wordt je roepen
mag ik morgen bij je zijn
Geplaatst in de categorie: literatuur