Kaalslag
Tergend traag zet hij een wankele schrede
over de verzengend savanne, leeg en gortdroog
een kaalgevreten paradijs zonder hoog
of laag, zonder beschutting, nergens vrede
turend tast hij naar de randen van de vlakte
terwijl zijn rafelig spoor verdwijnt in zwakte
Nog even blikt hij naar wat passeerde
hij zou het, zonder aarzelen, zo weer doen
hoe hij eindeloos laveerde; er mankeerde
veel. Zijn bede nu, is het gebed van toen.
Dampend valt er groene regen op zijn pad
en kleurt zijn aarde vruchtbaar nat.
Geplaatst in de categorie: tijd