Herfsteik
Op een te vroeg vergeeld tapijt
statig en majestueus, machtig en muistil
door lengende nachten en de morgen kil
grotendeels het blad al kwijt
Een mistige blik over het gesluierde park
een vijver werpt het spiegelbeeld
de twijgjes hebben hun elan verspeeld
vallen dor in de tanden van een hark
Zijn makkers in de bomenkring
zien zwijgend de nieuw gevormde ring
rond het houten hart, onder de late bast
Een najaarsstorm blijkt te gering
hij glimlacht, wuift over de wetering
en vergeeft het hondje dat hem beplast.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden