Bejaard
Op een bankje in de zon
zit hij naar niets te staren.
Hij weet nog hoe het eens begon.
Nu tellen ze, die jaren.
Niet lang geleden - gisteren nog? -
moest hij een knie verbinden.
Zijn kind dat viel, hoe kwam dat toch?
Hij kan de draad niet vinden.
Dat kind is groot, al lang getrouwd.
Zijn vrouw al lang begraven.
Zijn huis verkocht, 't was zelf gebouwd.
Hij had zo vele gaven.
De uren gaan, de zon staat hoog.
Zijn hoofd hangt op zijn borst
en in zijn zachte slaap
heeft hij een traan gemorst.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid